Sociaal handelen, interactie en communicatie, posities en relaties
Het sociale feit dat wij niet alleen zijn,maar met andere mensen leven, zal ervoor zorgen dat ons gedrag zinvol betrokken is op dat van anderen. Max Weber noemt dit sociaal handelen. Hij onderscheidt daarin vier categorieën:
- Affectief: dit handelen is niet doelgericht en refereert niet aan een waarde. Het is de uitdrukking van een instinctieve, zintuiglijke, emotionele of passionele toestand.
- Traditioneel: dit is handelen dat door gewoonte is bepaald.
- Waarderationeel: dit wordt bepaald door de overtuiging dat dit handelen een intrinsieke waarde of betekenis bezit.
- Doelrationeel: dit is gericht op het rationeel verwezenlijken van weloverwogen eigen doelstellingen.
Twee dimensies binnen sociaal handelen zijn interactie en communicatie. Interactie slaat op het waarneembaar gedrag dat mensen vertonen. De communicatie slaat op het meedelen van rationele of emotionele informatie. Interactie heeft betrekking op het waarneembare gedrag van de sociaal handelende personen. Karakteristieken zijn de wisselwerking, anticipatie en de gemeenschappelijke interpretatie. Communicatie omvat het op anderen overdragen van gedachten, gevoelens, wensen en strevingen, zodat de andere actor een duidelijk beeld krijgt van wat men denkt, voelt of wenst.
Elk samenleven van mensen en alle verbanden waarin dit gebeurt, bestaan uit twee dimensies. Er is de positionele dimensie, die betrekking heeft op plaatsen die mensen innemen in de samenleving en de verbindingen die tussen hen bestaan. Ten tweede is er de culturele dimensie die te maken heeft met de zin die mensen geven aan sociaal handelen en sociale verbanden.
Communicatie en interactie zijn een collectief gebeuren. Ze verlopen volgens vaste patronen. Dit kan het gevolg zijn van een consensus tussen mensen. Anderen veronderstellen dat gestructureerde interactie moet worden gezien als een ruil van sociale goederen.
Sociale relaties zijn betrekkingen die tot stand komen ten gevolge van interactie en communicatie tussen actoren. Er bestaan primaire en secundaire relaties. Primaire relaties zijn relaties die we met anderen aangaan als totale menselijke persoon. Secundaire relaties veronderstellen rationeel gedrag. De basis van het onderscheid ligt in de aard van de betrokkenheid die in deze relaties tot uitdrukking komt. Relaties leiden tot ruimere sociale verbanden. Zo worden ook onderscheiden primaire en secundaire groepen.
Een sociale positie is een plaats in een netwerk van sociale relaties of verhoudingen. Vanuit het actorperspectief gezien betekent een sociale relatie een vaste plaats in een sociale ruimte. Een sociale positie is een element, een bouwsteen van de structuur van het samenlevingsverband. De positiebekleding kan bereikt worden door toewijzing en door verwerving. Bij toewijzing gebeurt de positiebekleding op basis van vooraf bestaande kenmerken. Aan een kenmerk wordt een specifieke betekenis toegekend, zodat het kenmerk een sociaal kenmerk wordt. Bij verwerving gebeurt de positiebekleding door eigen inspanning. In de samenleving moet plaats zijn voor sociale posities. De kansenstructuur speelt echter ook mee.