Het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie
Verderzetten Keizersfunctie
- De Ottonen
-> Duitse en Italiaanse territoriale aanspraken
- Duitse Koning wordt gekozen door keurvorsten
-> Oorspronkelijk: vorsten duiden een primus inter pares aan; later: 7 keurvorsten:
4 wereldlijke: Bohemen, Saksen, Brandenburg, Paltsgraaf
3 geestelijke: Mainz, Keulen, Trier
-> Lijst is vastgelegd in de Gouden Bulle: verwijst naar zegel onderaan de oorkonde,
in dit geval van goud: 1356
-> Lijst is kwestie van gewoonterechtelijke creatie
- Band met de kerk:
- Rijkskerk: op feodale basis; niet zozeer alliantie tussen Kerk en staat, maar ronduit een vervlechting
- Eigenkerken en eigenkloosters: kerkelijke instellingen die toebehoren aan (eigenlijk in leen gehouden worden door) rijke adellijke geslachten: behouden daardoor de macht van zowel de wereldlijke als de religieuze instellingen binnen de clan
- Keizer stelt zelfs de paus aan: Duitse keizer manifesteert zich herhaaldelijk als de superieur van de paus: roept concilies bijeen, zet pausen af,…
-> Investituurstrijd: zie volgend hoofdstuk
- Versnippering: grote en kleine vorstendommen (ook kerkelijk: staatjes geleid door één persoon die tegelijk wereldlijk en kerkelijk hoofd is), vrije rijkssteden ->600 staatjes
Oorspronkelijk geen dominante staat, later Oostenrijk en Pruisen - Beperkte elementen van eenheid
- Keizerlijke wetgeving: Carolina <Karel V: strafrecht
- Centrale rechtbank: Rijkskamergerecht: uniforme interpretatie ->bij hiaten: RR!
- Tweede centrale rechtbank: Rijkshofraad: bij de vorst zelf
- Vorm van parlementarisme: Rijksdag
- Territoriale indeling in Rijkskreiten
- Duitsland (en Oostenrijk) in de nieuwste tijd
- Vanaf 1795: Secularisatie
- 1798-1815: Linkerrijn wordt Frans
- 18003: Reichdeputationshauptschluss: 600 staatjes worden er 60
- 1804/1806: Einde HRR: ontstaan van het keizerrijk Oostenrijk
- 1795-1871: verschillende vormen van een Duitse Bond ->losse federatie, Oostenrijkse invloed daalt, Pruisische stijgt
- 1871: Tweede Keizerrijk: nog steeds aparte staten (Länder) + Pruisen domineert
- 1918/1919: Weimarrepubliek+GW
- 1933-1945: Derde Rijk: afschaffing van de Länder, vervangen door gouwen
- 1945-1949: 4 bezettingsmachten; heroprichting van de Länder
- 1949: BRD: 12 Länder + DDR: afschaffing Länder, vervangen door 14 Bezirken
- 1949-1990: Twee staten, één natie
- 1989: 9 november: val van de muur
- 1990: 3 oktober: hereniging: 16 Länder -> Republiek, democratie, federaal, rechtsstaat, sociale staat
- Federale staat: bondsstaat
o Zelden centralisme
o 16 deelstaten
o Federaal parlement: Bundesag en Bundesrat: Bundesrat verdedigt belangen van Länder
o Ländervertretungen bij de Europese Unie in Brussel
o Bundesbank in Frankfurt am Main
o Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe
o Bundeskriminalamt in Wiesbaden
o Bundesagentur für Arbeit in Nürnberg