de sociale structuur
Sociale relaties verbinden individuen binnen een groep. Een sociale relatie is een verband tussen twee of meer actoren gekenmerkt door de kans dat er interactie plaatsvindt. • Sociale structuur en de verdeling van het initiatiefrecht en de volgplicht: Het verschil tussen interactie en handelen is het wederkerig karakter van interactie. Een essentieel onderdeel van die wederkerigheid bestaat uit het bepalen van het initiatiefrecht en de volgplicht. Deze 2 duiden erop dat in elke interactie dominantie/overheersing inherent aanwezig is. Elke relatie waarbinnen interactie plaatsvindt, wordt gekenmerkt door een zekere graad van onderschikking en bovenschikking.
• Sociale status: Mensen maken deel uit van verschillende sociale verhoudingen. In elk ervan hebben ze een sociale status. Sociale status is gebaseerd op sociale rangorde. Sociale status zorgt voor orde maar is ook een soort dwangbuis. Linton maakt onderscheid tussen toegeschreven en verworven status. Een toegeschreven status krijgen we bij de geboorte. Daartegenover staat de verworven status, deze wordt door een persoon zelf op basis van prestaties verworven. Dit wil zeggen dat een verworven status ook terug verloren kan gaan en dit leidt tot statusangst. Statusangst leidt tot het beklemtonen van uiterlijkheden die de statuspositie aantonen. Die uiterlijkheden worden statussymbolen genoemd. Mensen met een verworven status, maar een onzekere statuspositie, gaan hun statussymbolen extra in de verf zetten.
- Voorbeeld: ontstaan van de etiquette. De 18e eeuwse adel die bedreigd werd door de opkomst van de burgerij ontwikkelen een specifieke levensstijl en een strenge etiquette.-
Statussen zijn gebaseerd op sociale rangorde en worden weerspiegeld in statusindicatoren. Deze kunnen worden beschouwd als de verticale dimensies van status. Ze kunnen de vorm aannemen van voordelen en rechten.
Indien de plaats vinnen de hiërarchieën variabel is spreekt men van statusinconsistentie (vb: hoge opleiding, laag inkomen). Dit kan leiden tot radicalisering maar ook tot terugtrekking. Heeft men dezelfde plaats binnen alle hiërarchieën dan spreekt men van statuskristallisatie.
- Voorbeeld: relatieve belangrijkheid van de werkrol en statusinconsistentie. Veel vrouwen worden gekenmerkt door statusinconsistentie. Maw oefenen ze een beroep uit waarvoor lagere scholing vereist is dan gevolgd werd. De vrouwen compenseren dit door minder relatief belang aan hun werk toe te kennen. Op die manier neutraliseren die vrouwen ook de stress die uit statusinconsistentie voortvloeit.-
Statussen lopen vaak, maar niet altijd parallel. Statusinconsistentie is een door het subject ervaren inconsistentie tussen statusindicatoren. Een statusconflict, daarentegen, is de inconsistentie tussen statusindicatoren die wordt ervaren door de interactiepartners van het subject. (conflict tussen je hoofd-status en andere status kenmerken) (vb: de combinatie van zwart zijn en arts leidde tot statusconflict in het hoofd van de patiënt.) Eenzelfde situatie kan in het hoofd van de patiënt als statusconflict worden ervaren en in het hoofd van de arts als statusinconsistentie. De persoon die een hogere status verwerft, maar inferieur blijft op basis van een andere status, wordt door Hughes als een marginale mens aangeduid. Door mobiliteit verlaat men de eigen sociale groep, maar komt terecht in een nieuwe groep waar men niet volledig aanvaard wordt.
• Macht: Boven en onderschikking berust niet op fysieke dwang, maar op macht. Wat is macht dan…?
• Macht is dwingend en invloed overtuigend. Macht is sociaal en invloed persoonlijk.
• Macht is sociologisch en berust op een structurele basis. Dominantie is psychologisch en volgt uit de persoonlijkheid van mensen.
• Macht overstijgt rechten en plichten in posities. Wanneer er macht is, is recht onbelangrijk.
• Dwang is het uitvoeren van macht. (macht = pistool, kogel ; dwang = schieten)
• Weber omschrijft macht als de waarschijnlijkheid dat een actor binnen een sociale relatie in staat is zijn wil op te leggen niettegenstaande weerstand van de medeactor. Macht is potentieel.!
• Machtsbronnen zijn belangrijk. Macht kan gebaseerd zijn op geld, prestige, eigendom, competitie, schoonheid,…
• Macht vormt de basis voor gezag of autoriteit. Autoriteit komt neer op een sociale erkenning van nemen van initiatief in die domeinen van het leven waar de autoriteit betrekking heeft.
• Sociale rol:
De sociale rol vertegenwoordigt het dynamische aspect van de statuspositie; het is het gedragspatroon dat geassocieerd is met de rechten en plichten of de verwachtingen, gekoppeld aan de positie. Rolverwachtingen zijn dus essentieel voor het bestaan van een sociale structuur. Een sociale structuur blijft slechts bestaan als de mensen van wie de onderlinge relaties samen die sociale structuur vormen, bereid zijn om het verwachte gedrag van een sociale rol, gekoppeld aan een statuspositie, te vertonen. Iemand drukt zijn statuspositie uit door zijn rolgedrag, gericht op anderen. Elke statuspositie is gebaseerd op een relatie met anderen.
Een enkelvoudige statuspositie gaat samen met meerdere aspecten van een rol. Dit noemt Merton de role set. Hij verstaat hieronder het geheel van rolrelaties waarbij personen betrokken zijn op grond van een specifieke sociale status. Aangezien de groepen waarmee een statusbekleder in contact komt, verschillende belangen nasteven, is het mogelijk dat er tegengestelde aanspraken gemaakt worden binnen een roleset. Die situatie duidt hij aan als rolspanning.
Mechanismen om rolspanning te voorkomen en de role-set beheersbaar te maken:
• Het relatieve belang dat de medeactoren in de role set hechten aan de inbreng van de actor.
• De medeactoren van de role set beschikken ook niet in dezelfde maten over macht
• Controle over het handelen van actoren binnen de role set is afhankelijk van de zichtbaarheid van zijn handelen.
• Het is niet de actor die tot een oplossing moet komen, maar de medeactoren onderling.
• Personen die in een role set een identieke positie innemen, zullen met dezelfde structurele tegenstrijdigheden geconfronteerd worden.
• Als de bovenvermelde structurele mechanismen onvoldoende werken kan uiteindelijk overgegaan worden tot het inkrimpen van de role set. Zelfs wanneer deze mechanismen in werking zijn kunnen er situaties ontstaan die toch nog uit tegenstrijdige aanspraken bestaan. Dit zijn residuele conflicten die effectief rolgedrag van de actor verhinderen.
- Voorbeeld: een behoeftige in de familie zorgt voor een extra rolverplichting (meestal voor de vrouwen) en dit leidt tot rolspanning. Het onderzoek toont aan dat dergelijke vrouwen depressiever zijn en een slechtere fysieke gezondheid hebben.-
Mensen hebben in complexe samenlevingen meerdere sociale statussen. Elke statuspositie heeft een bijhorende sociale rol. Tussen sociale rollen kan een onverenigbaarheid of een conflict ontstaan. Dit is dan een rollenconflict.
- Voorbeeld: er kan bijvoorbeeld een rollenconflict ontstaat bij een carrièrevrouw wanneer ze een keuze moet maken tussen overwerken en het kind ophalen van school.- Rolverwarring ontstaat wanneer iemand niet meer weet hoe hij zich in een situatie moet gedragen omdat hij niet kan kiezen uit het passend rolgedrag. Roldistantiëring betekent dat iemand in staat is om binnen het invullen van de rolverwachtingen voldoende individualiteit aan te brengen. Maw rol op individuele manier invullen. Zich passend kunnen gedragen in diverse situaties is het resultaat van rolsegregatie.