Anomietheorie: Bijdrage van Durkheim
begrip i/d sociologie geïntroduceerd door Durkheim.
= wijst op een toestand waarbij de bestaande normen niet langer voldoen, een toestand van normatieve onzekerheid die en destabiliserend effect heeft en de kans op afwijken gedrag vergroot.
(1) ontstaat bij een zich snel ontwikkelende arbeidsverdeling en een daarmee gepaard gaande toenemende complexiteit v/d maatschappij.
Situatie ontstaat door gebrekkige coördinatie tussen sociale deeleenheden:
de onderlinge betrekkingen wordt niet meer geregeld door onvoldoende onderling contact personen die meer gespecialiseerde functies uitoefenen kunnen geen nieuw aangepast gemeenschappelijk normen/waarden ontwikkelen
(2) conjuncturele factoren
Þ schommelingen i/d economische conjunctuur
er moet hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen fysieke en morele behoeften:
- fysische behoeften: worden automatisch geregeld door de eigenschappen v/d organische structuur v/d mens, waarbij de mens normaliter zelden werkelijke overdaad zal doen. (honger)
- morele behoeften: geregeld door een uitwendige kracht, de maatschappij. Definieert de doeleinden waarnaar de leden hun gedrag dienen te richten en waarnaar ze kunnen streven.
Wanneer gemeenschap verstoord wordt door hoogconjunctuur of tijdens een economische crisis
Þ individuele aspiraties stijgen en irreële vormen aannemen, gepaard met afwijkend gedrag.
=> maatschappelijke normen/gemeenschappelijk normbesef die als doel hebben grenzen te
stellen aan het aspiratieniveau van de mens, verliezen hun regulerende bindingskracht.